Numberi 17:8-13

8 Het geschiedde nu des anderen daags, dat Mozes in de tent der getuigenis inging; en ziet, Aarons staf, voor het huis van Levi, bloeide; want hij bracht bloeisel voort, en bloesemde bloesem, en droeg amandelen.
9 Toen bracht Mozes al deze staven uit, van voor het aangezicht des HEEREN, tot al de kinderen Israels; en zij zagen het, en namen elk zijn staf.
10 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Breng de staf van Aaron weder voor de getuigenis, in bewaring, tot een teken voor de wederspannige kinderen; alzo zult gij een einde maken van hun murmureringen tegen Mij, dat zij niet sterven.
11 En Mozes deed het; gelijk als de HEERE hem geboden had, alzo deed hij.
12 Toen spraken de kinderen Israels tot Mozes, zeggende: Zie, wij geven den geest, wij vergaan, wij allen vergaan!
13 Al wie enigzins nadert tot den tabernakel des HEEREN, zal sterven; zullen wij dan den geest gevende verdaan worden?

Numberi 17:8-13 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NUMBERS 17

In this chapter the priesthood of Aaron is further confirmed and established by the budding and blossom of his rod, as it lay among the princes of the several tribes, when theirs did not, Nu 17:1-9; which rod of Aaron was ordered to be laid up before the ark, as a token against the rebels, and to put an end to all murmurings against Aaron for the future; which was accordingly done, Nu 17:10,11; upon which the people expressed their fear of perishing because of their sins, Nu 17:12,13.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.