42
En David zelf zegt in het boek der psalmen: De Heere heeft gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand,
43
Totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten.
44
David dan noemt Hem zijn Heere; en hoe is Hij zijn Zoon?
45
En daar al het volk het hoorde, zeide Hij tot Zijn discipelen:
46
Wacht u van de Schriftgeleerden, die daar willen wandelen in lange klederen, en beminnen de groetingen op de markten, en de voorgestoelten in de synagogen, en de vooraanzittingen in de maaltijden;
47
Die der weduwen huizen opeten, en onder een schijn lange gebeden doen; dezen zullen zwaarder oordeel ontvangen.