2 Koningen 21:12-15

12 Daarom, alzo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, Ik zal een kwaad over Jeruzalem en Juda brengen, dat een ieder, die het hoort, beide zijn oren klinken zullen.
13 En Ik zal over Jeruzalem het meetsnoer van Samaria trekken, mitsgaders het paslood van het huis van Achab; en Ik zal Jeruzalem uitwissen, gelijk als men een schotel uitwist; men wist dien uit, en men keert hem om op zijn holligheid.
14 En Ik zal het overblijfsel Mijns erfdeels verlaten, en zal ze in de hand hunner vijanden geven; en zij zullen tot een roof en plundering worden al hun vijanden.
15 Daarom, dat zij gedaan hebben dat kwaad was in Mijn ogen, en Mij tot toorn verwekt hebben, van dien dag, dat hun vaderen van Egypte uitgegaan zijn, ook tot op dezen dag toe.

2 Koningen 21:12-15 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 KINGS 21

In this chapter a short history is given of the two wicked reigns of Manasseh and Amon; Manasseh is charged with great idolatry, with enchantments and witchcrafts, and seducing the children of Israel, 2Ki 21:1-9 and a prophecy is given out of the destruction of Jerusalem for his sins, 2Ki 21:10-16, and an account is given of his death and burial, 2Ki 21:17,18, and of his son and successor Amon, and the evils committed by him, 2Ki 21:19-22 and of the conspiracy against his life, which succeeded, and Josiah his son reigned in his stead, 2Ki 21:23-26.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.