Exodus 20:18-21

18 En al het volk zag de donderen, en de bliksemen, en het geluid der bazuin, en den rokenden berg; toen het volk zulks zag, weken zij af, en stonden van verre.

19 En zij zeiden tot Mozes: Spreek gij met ons, en wij zullen horen; en dat God met ons niet spreke, opdat wij niet sterven!

20 En Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, want God is gekomen, opdat Hij u verzocht, en opdat Zijn vreze voor uw aangezicht zou zijn, dat gij niet zondigdet.

21 En het volk stond van verre; maar Mozes naderde tot de donkerheid, alwaar God was.

Exodus 20:18-21 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EXODUS 20

In this chapter we have an account of the giving of the law on Mount Sinai; the preface to it, Ex 20:1,2, the ten commandments it consists of, Ex 20:8-17, the circumstances attending it, which caused the people to remove at some distance, Ex 20:18, when they desired of Moses, that he would speak to them and not God, who bid them not fear, since this was for the trial of them; but still they kept at a distance, while Moses drew nigh to God, Ex 20:19-21 who ordered him to caution the children of Israel against idolatry, and directed what sort of an altar he would have made whereon to offer their sacrifices, promising that where his name was recorded he would grant his presence and blessing, Ex 20:22-26.