1 Samuël 28:1-8

1 En het geschiedde in die dagen, als de Filistijnen hun legers vergaderden tot den strijd, om tegen Israel te strijden, zo zeide Achis tot David: Gij zult zekerlijk weten, dat gij met mij in het leger zult uittrekken, gij en uw mannen.
2 Toen zeide David tot Achis: Aldus zult gij weten, wat uw knecht doen zal. En Achis zeide tot David: Daarom zal ik u ten bewaarder mijns hoofds zetten, te allen dage.
3 Samuel nu was gestorven, en gans Israel had rouw over hem bedreven; en zij hadden hem begraven te Rama, te weten in zijn stad. En Saul had uit het land weggedaan de waarzeggers en duivelskunstenaars.
4 En de Filistijnen kwamen en vergaderden zich, en zij legerden zich te Sunem; en Saul vergaderde gans Israel, en zij legerden zich op Gilboa.
5 Toen Saul het leger der Filistijnen zag, zo vreesde hij, en zijn hart beefde zeer.
6 En Saul vraagde den HEERE; maar de HEERE antwoordde hem niet; noch door dromen, noch door de urim, noch door de profeten.
7 Toen zeide Saul tot zijn knechten: Zoekt mij een vrouw, die een waarzeggenden geest heeft, dat ik tot haar ga, en door haar onderzoeke. Zijn knechten nu zeiden tot hem: Zie, te Endor is een vrouw, die een waarzeggenden geest heeft.
8 En Saul verstelde zich, en trok andere klederen aan, en ging heen, en twee mannen met hem, en zij kwamen des nachts tot de vrouw, en hij zeide: Voorzeg mij toch door den waarzeggenden geest, en doe mij opkomen, dien ik tot u zeggen zal.

1 Samuël 28:1-8 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO FIRST SAMUEL 28

The Philistines gathering together, to fight with Israel, Saul trembled at it, not being able to get any answer from the Lord about it in any way whatever, 1Sa 28:1-6; upon which he applies to a woman that had a familiar spirit to bring him up Samuel, which she did, 1Sa 28:7-14; and what passed between Saul and Samuel, or at least the apparition in his form, is recorded, 1Sa 28:15-19; which so struck him, as to make him strengthless, and so melancholy, that he refused to eat until persuaded, or rather compelled, by the woman and his servants, 1Sa 28:20-25.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.