Exodus 33:1-8

1 Voorts sprak de HEERE tot Mozes: Ga heen, trek op van hier, gij en het volk, dat gij uit Egypteland opgevoerd hebt, naar het land, dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Aan uw zaad zal Ik het geven;
2 En Ik zal een Engel voor uw aangezicht zenden (en Ik zal uitdrijven de Kanaanieten, de Amorieten, en de Hethieten, en de Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten),
3 Naar het land, dat van melk en honig is vloeiende; want Ik zal in het midden van u niet optrekken; want gij zijt een hardnekkig volk; dat Ik u op dezen weg niet vertere.
4 Toen het volk dit kwade woord hoorde, zo droegen zij leed; en niemand van hen deed zijn versiersel aan zich.
5 En de HEERE had tot Mozes gezegd: Zeg tot de kinderen Israels: Gij zijt een hardnekkig volk; in een ogenblik zou Ik in het midden van ulieden optrekken, en zou u vernielen; doch nu, legt uw sieraad van u af, en Ik zal weten, wat Ik u doen zal.
6 De kinderen Israels dan beroofden zichzelven van hun versierselen, verre van den berg Horeb.
7 En Mozes nam de tent, en spande ze zich buiten het leger, ver van het leger afwijkende; en hij noemde ze de Tent der samenkomst. En het geschiedde, dat al wie den HEERE zocht, uitging tot de tent der samenkomst, die buiten het leger was.
8 En het geschiedde, wanneer Mozes uitging naar de tent, stond al het volk op, en een ieder stelde zich in de deur zijner tent; en zij zagen Mozes na, totdat hij de tent ingegaan was.

Exodus 33:1-8 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EXODUS 33

This chapter informs us, that the Lord refusing to go with the people, only sending an angel with them, they are filled with concern, and troubled, Ex 33:1-6. Moses upon this pitched the tabernacle without the camp, where everyone that sought the Lord went; Moses entered into it himself, and the Lord talked to him in a friendly manner in the cloudy pillar that stood at the door of it, and the people worshipped, every man at his own tent door; all which foreboded good, and tended to reconciliation, Ex 33:7-11. Moses improved the opportunity, and entreats the presence of God to go with them, which was granted, Ex 33:12-17 and that he might have a sight of the glory of God; and this is promised to pass before him, he being put into the cleft of the rock, Ex 33:18-23.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.