Exodus 38:19-29

19 En hun vier pilaren en derzelver vier voeten waren van koper, hun haken waren van zilver; ook was het overdeksel hunner hoofden en hun banden van zilver.
20 En al de pennen des tabernakels en des voorhofs rondom waren van koper.
21 Dit zijn de getelde dingen van den tabernakel, van den tabernakel der getuigenis, die geteld zijn naar den mond van Mozes, ten dienste der Levieten, door de hand van Ithamar, de zoon van den priester Aaron.
22 Bezaleel nu, de zoon van Uri, den zoon van Hur, van den stam van Juda, maakte al, dat de HEERE aan Mozes geboden had.
23 En met hem Aholiab, de zoon van Ahisamach, van den stam van Dan, een werkmeester en vernuftig kunstenaar, en een borduurder in hemelsblauw, en in purper, en in scharlaken, en in fijn linnen.
24 Al het goud, dat tot het werk verarbeid is, in het ganse werk des heiligdoms, te weten, het goud des beweegoffers, was negen en twintig talenten, en zevenhonderd en dertig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms.
25 Het zilver nu van de getelden der vergadering was honderd talenten, en duizend zevenhonderd vijf en zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms.
26 Een beka voor elk hoofd, dat is een halve sikkel, naar den sikkel des heiligdoms, van een ieder, die overging tot de getelden, van twintig jaren oud en daarboven, namelijk zeshonderd drie duizend, vijfhonderd vijftig.
27 En er waren honderd talenten zilver, om te gieten de voeten des heiligdoms, en de voeten des voorhangs; tot honderd voeten waren honderd talenten, een talent tot een voet.
28 Maar uit de duizend zevenhonderd vijf en zeventig sikkelen maakte hij de haken aan de pilaren, en hij overtrok hun hoofden, en omtoog ze met banden.
29 Het koper nu des beweegoffers was zeventig talenten, en twee duizend vierhonderd sikkelen.

Exodus 38:19-29 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EXODUS 38

This chapter is a continuation of the account of the making of the things belonging to the tabernacle, particularly the altar of burnt offering, Ex 38:1-7 the laver of brass, and the things it was made of, Ex 38:8 the court and its hangings, pillars, sockets, hooks and pins, Ex 38:9-20 then follows an account of the quantities of gold, silver, and brass, expended in the making of the several things appertaining to the sanctuary, Ex 38:21-31.

Bezaleel made it, or it was made by his direction, he having the care and oversight of it, wherefore the making of it is ascribed to him, 2Ch 1:5 the account of this, its horns, vessels, rings, and staves, is carried on to Ex 38:2-7 of which \\see Gill on "Ex 27:1"\\ \\see Gill on "Ex 27:2"\\ \\see Gill on "Ex 27:3"\\ \\see Gill on "Ex 27:4"\\ \\see Gill on "Ex 27:5"\\ \\see Gill on "Ex 27:6"\\ \\see Gill on "Ex 27:7"\\ \\see Gill on "Ex 27:8"\\. 10593-941108-1338-Ex38.2

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.