Ezechiël 37:1-8

1 De hand des HEEREN was op mij, en de HEERE voerde mij uit in den geest, en zette mij neder in het midden ener vallei; dezelve nu was vol beenderen.
2 En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom; en ziet, er waren zeer vele op den grond der vallei; en ziet, zij waren zeer dor.
3 En Hij zeide tot mij: Mensenkind! zullen deze beenderen levend worden? En ik zeide: Heere HEERE, Gij weet het!
4 Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot dezelve: Gij dorre beenderen! hoort des HEEREN woord.
5 Alzo zegt de Heere HEERE tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden.
6 En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
7 Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid, als ik profeteerde, en ziet een beroering! en de beenderen naderden, elk been tot zijn been.
8 En ik zag, en ziet, en er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen.

Ezechiël 37:1-8 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EZEKIEL 37

This chapter contains a prophecy of the Jews' return from captivity to their own land; of the union of the each tribes with one another; and of the glorious kingdom of Christ among them. Their restoration is represented by a vision of dry bones made alive; the place in which they were; the condition they were in; and the manner in which they were made to live, are described, Eze 37:1-10, the explication and application of this vision to the Jews, Eze 37:11-14, their union is signified by a sign or emblem of two sticks, which became one in the hand of the prophet, Eze 37:15-17, the meaning of this is shown, Eze 37:18-20, then follow promises of their return to their own land, in express words; of their being one kingdom, under one King, Christ, the antitype of David, of their sanctification; of their covenant interest in God, made manifest to them; and of his presence, and dwelling among them, Eze 37:21-28.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.