1 Koningen 12:1

1 En Rehabeam toog naar Sichem, want het ganse Israel was te Sichem gekomen, om hem koning te maken.

1 Koningen 12:1 Meaning and Commentary

1 Kings 12:1

And Rehoboam went to Shechem
After the death and internment of his father:

for all Israel were come to Shechem to make him king:
as was pretended, though in reality it was to seek occasion against him, and make Jeroboam king; it is very probable they knew of the prophecy of Ahijah, and therefore would not go to Jerusalem, but to Shechem, a city in the tribe of Ephraim, of which Jeroboam was, and where he had sowed the seeds of sedition when ruler there; and this place they chose, partly because they could more freely speak what they had in their minds, and partly for the safety of Jeroboam they had sent for on this occasion; so that Rehoboam went thither not of choice, but of necessity. The Jews


FOOTNOTES:

F3 observe that this place was very ominous; here Dinah was ravished, Joseph was sold, Abimelech exercised tyranny, and here now the kingdom was divided.


F3 T. Bab. Sanhedrin, fol. 102. 1.

1 Koningen 12:1 In-Context

1 En Rehabeam toog naar Sichem, want het ganse Israel was te Sichem gekomen, om hem koning te maken.
2 Het geschiedde nu, als Jerobeam, de zoon van Nebat, dit hoorde, daar hij nog in Egypte was (want hij was van het aangezicht van den koning Salomo gevloden; en Jerobeam woonde in Egypte),
3 Dat zij henen zonden, en lieten hem roepen; en Jerobeam en de ganse gemeente van Israel kwamen en spraken tot Rehabeam, zeggende:
4 Uw vader heeft ons juk hard gemaakt; gij dan nu, maak uws vaders harden dienst, en zijn zwaar juk, dat hij ons opgelegd heeft, lichter, en wij zullen u dienen.
5 En hij zeide tot hen: Gaat heen tot aan den derden dag, komt dan weder tot mij. En het volk ging heen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.