1 Koningen 13:34

34 En hij werd in deze zaak het huis van Jerobeam tot zonde, om hetzelve te doen afsnijden en te verdelgen van den aardbodem.

1 Koningen 13:34 Meaning and Commentary

1 Kings 13:34

And this thing became sin unto the house of Jeroboam
All the above things were sins in themselves, as building high places, and putting priests in them, whoever would; but the sense is, that these were the causes of punishment, or of evil things being inflicted on Jeroboam's family; sin is put for the punishment of sin, as it often is:

even to cut it off, and to destroy it from off the face of the earth;
so that it become utterly extinct; and the next thing we hear of is the sickness and death of his son.

1 Koningen 13:34 In-Context

32 Want de zaak zal gewisselijk geschieden, die hij door het woord des HEEREN uitgeroepen heeft tegen het altaar, dat te Beth-El is, en tegen al de huizen der hoogten, die in de steden van Samaria zijn.
33 Na deze geschiedenis keerde zich Jerobeam niet van zijn bozen weg; maar maakte wederom priesters der hoogten van de geringsten des volks; wie wilde, diens hand vulde hij, en werd een van de priesters der hoogten.
34 En hij werd in deze zaak het huis van Jerobeam tot zonde, om hetzelve te doen afsnijden en te verdelgen van den aardbodem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.