1 Koningen 2:23

23 En de koning Salomo zwoer bij den HEERE, zeggende: Zo doe mij God, en zo doe Hij daartoe, voorzeker Adonia zal dat woord tegen zijn leven gesproken hebben!

1 Koningen 2:23 Meaning and Commentary

1 Kings 2:23

Then King Solomon sware by the Lord
To prevent his mother pressing him to have her petition granted:

saying, God do so to me, and more also;
lay such and such evils upon me, and more than I care to express:

if Adonijah have not spoken this word against his own life;
to his own prejudice, and even to the loss of his life; in which Solomon suggests it would issue, being a fresh overt act of treason; he knew, from what Bathsheba said, that this was his petition, and that he had spoken of this to her, and put her upon making it for him; and who no doubt related to Solomon the whole of the conversation that passed between them, and to which he seems to have some respect in his answer.

1 Koningen 2:23 In-Context

21 En zij zeide: Laat Abisag, de Sunamietische, aan Adonia, uw broeder, ter vrouwe gegeven worden.
22 Toen antwoordde de koning Salomo, en zeide tot zijn moeder: En waarom begeert gij Abisag, de Sunamietische, voor Adonia? Begeer ook voor hem het koninkrijk (want hij is mijn broeder, die ouder is dan ik ben), ja, voor hem, en voor Abjathar, den priester, en voor Joab, den zoon van Zeruja.
23 En de koning Salomo zwoer bij den HEERE, zeggende: Zo doe mij God, en zo doe Hij daartoe, voorzeker Adonia zal dat woord tegen zijn leven gesproken hebben!
24 En nu, zo waarachtig als de HEERE leeft, Die mij bevestigd heeft, en mij heeft doen zitten op den troon van mijn vader David, en Die mij een huis gemaakt heeft, gelijk als Hij gesproken had; voorzeker, Adonia zal heden gedood worden!
25 En de koning Salomo zond door de hand van Benaja, den zoon van Jojada; die viel op hem aan, dat hij stierf.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.