1 Koningen 2:25

25 En de koning Salomo zond door de hand van Benaja, den zoon van Jojada; die viel op hem aan, dat hij stierf.

1 Koningen 2:25 Meaning and Commentary

1 Kings 2:25

And King Solomon sent by the hand of Benaiah the son of
Jehoiada
Orders to execute him, and proper persons to do it; perhaps some of the Cherethites and Pelethites under him, to assist at least in it:

and he fell upon him, that he died;
Benaiah rushed in upon him with his men, and thrust his sword into him, and killed him; executions used to be done in those times and countries by great personages, as the instances of Gideon, Doeg, and others, show, and not by common executioners.

1 Koningen 2:25 In-Context

23 En de koning Salomo zwoer bij den HEERE, zeggende: Zo doe mij God, en zo doe Hij daartoe, voorzeker Adonia zal dat woord tegen zijn leven gesproken hebben!
24 En nu, zo waarachtig als de HEERE leeft, Die mij bevestigd heeft, en mij heeft doen zitten op den troon van mijn vader David, en Die mij een huis gemaakt heeft, gelijk als Hij gesproken had; voorzeker, Adonia zal heden gedood worden!
25 En de koning Salomo zond door de hand van Benaja, den zoon van Jojada; die viel op hem aan, dat hij stierf.
26 En tot Abjathar, den priester, zeide de koning: Ga naar Anathoth, op uw akkers; want gij zijt een man des doods; maar dezen dag zal ik u niet doden, omdat gij de ark des Heeren HEEREN voor het aangezicht van mijn vader David gedragen hebt, en omdat gij verdrukt zijt geweest, in alles, waarin mijn vader verdrukt was.
27 Salomo dan verdreef Abjathar, dat hij des HEEREN priester niet ware, om te vervullen het woord des HEEREN, hetwelk Hij over het huis van Eli te Silo gesproken had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.