1 Koningen 2:7

7 Maar aan de zonen van Barzillai, den Gileadiet, zult gij weldadigheid bewijzen, en zij zullen zijn onder degenen, die aan uw tafel eten; want alzo naderden zij tot mij, als ik vluchtte voor het aangezicht van uw broeder Absalom.

1 Koningen 2:7 Meaning and Commentary

1 Kings 2:7

But show kindness to the sons of Barzillai the Gileadite
Who perhaps was now dead, and therefore he would have kindness shown to his posterity for his sake:

and let them be of those that eat of thy table;
as Mephibosheth had at his, who also perhaps was dead, since no notice is taken of him; and as David would have had Barzillai, but he desired to be excused on account of his age:

for so they came to me, when I fled because of thy brother, Absalom;
that is, they came to him, not only Barzillai, but his sons it seems; and fed him or furnished him with provisions, when he was obliged to fly to the other side Jordan, because of the rebellion of his son Absalom.

1 Koningen 2:7 In-Context

5 Zo weet gij ook, wat Joab, de zoon van Zeruja, mij gedaan heeft, en wat hij gedaan heeft aan de twee krijgsoversten van Israel, Abner, den zoon van Ner, en Amasa, den zoon van Jether, dien hij gedood heeft, en heeft krijgsbloed vergoten in vrede; en hij heeft krijgsbloed gedaan aan zijn gordel, die aan zijn lendenen was, en aan zijn schoenen, die aan zijn voeten waren.
6 Doe dan naar uw wijsheid, dat gij zijn grauwe haar niet met vrede in het graf laat dalen.
7 Maar aan de zonen van Barzillai, den Gileadiet, zult gij weldadigheid bewijzen, en zij zullen zijn onder degenen, die aan uw tafel eten; want alzo naderden zij tot mij, als ik vluchtte voor het aangezicht van uw broeder Absalom.
8 En zie, bij u is Simei, de zoon van Gera, de zoon van Jemini, uit Bahurim, die mij vloekte met een geweldigen vloek, ten dage als ik ging naar Mahanaim; doch hij kwam af mij tegemoet aan de Jordaan, en ik zwoer hem bij den HEERE, zeggende: Zo ik hem met het zwaard dode!
9 Maar nu, houd hem niet onschuldig, dewijl gij een wijs man zijt; en gij zult weten, wat gij hem doen zult, opdat gij zijn grauwe haar met bloed in het graf doet dalen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.