1 Koningen 2:5

5 Zo weet gij ook, wat Joab, de zoon van Zeruja, mij gedaan heeft, en wat hij gedaan heeft aan de twee krijgsoversten van Israel, Abner, den zoon van Ner, en Amasa, den zoon van Jether, dien hij gedood heeft, en heeft krijgsbloed vergoten in vrede; en hij heeft krijgsbloed gedaan aan zijn gordel, die aan zijn lendenen was, en aan zijn schoenen, die aan zijn voeten waren.

1 Koningen 2:5 Meaning and Commentary

1 Kings 2:5

Moreover thou knowest also what Joab the son of Zeruiah did
unto me
In slaying Absalom, contrary to his orders, and in behaving insolently towards him on account of his mourning for him, and at other times; but as these things might not be personally known to Solomon, only by hearsay, this may respect his disloyalty towards him, in joining with Adonijah, who set himself up for king in his lifetime, and without his knowledge and consent; or it may respect the instances next mentioned, in which he did injury to the interest, honour, and character of David:

[and],
or "even",

what he did to the two captains of the host of Israel, unto Abner the
son of Ner, and unto Amasa the son of Jether, whom he slew;
to Abner who was under Ishbosheth, and Amasa under David, who had not only the promise of the post, but was actually in it when Joab slew him; and indeed out of envy to him for it:

and shed the blood of war in peace;
when they were at peace with him, as if they had been in open war; and even under a pretence of friendship to them, asking of their peace and welfare, as if he meant nothing less than to behave peaceably towards them; hence the Targum is,

``whom he slew in craftiness:''

and put the blood of war upon the girdle that [was] about his loins,
and in his shoes that [were] in his feet;
which particularly respects the affair of Amasa, whose blood he shed with his sword, that dropped out of its scabbard, girded upon his loins, and into which he put it again, all over bloody, and wore it girded upon his loins; and which he also stooped for when it fell, as if he was going to unloose or buckle his shoes, and into which the blood ran down when he stabbed him; and after this barbarous action marched on without any shame or remorse, with his bloody sword on his loins, and the blood of the murdered in his shoes.

1 Koningen 2:5 In-Context

3 En neem waar de wacht des HEEREN, uws Gods, om te wandelen in Zijn wegen, om te onderhouden Zijn inzettingen, en Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn getuigenissen, gelijk geschreven is in de wet van Mozes; opdat gij verstandelijk handelt in al wat gij doen zult, en al waarheen gij u wenden zult;
4 Opdat de HEERE bevestige Zijn woord, dat Hij over mij gesproken heeft, zeggende: Indien uw zonen hun weg bewaren, om voor Mijn aangezicht trouwelijk, met hun ganse hart en met hun ganse ziel te wandelen, zo zal geen man, zeide Hij, u afgesneden worden van den troon Israels.
5 Zo weet gij ook, wat Joab, de zoon van Zeruja, mij gedaan heeft, en wat hij gedaan heeft aan de twee krijgsoversten van Israel, Abner, den zoon van Ner, en Amasa, den zoon van Jether, dien hij gedood heeft, en heeft krijgsbloed vergoten in vrede; en hij heeft krijgsbloed gedaan aan zijn gordel, die aan zijn lendenen was, en aan zijn schoenen, die aan zijn voeten waren.
6 Doe dan naar uw wijsheid, dat gij zijn grauwe haar niet met vrede in het graf laat dalen.
7 Maar aan de zonen van Barzillai, den Gileadiet, zult gij weldadigheid bewijzen, en zij zullen zijn onder degenen, die aan uw tafel eten; want alzo naderden zij tot mij, als ik vluchtte voor het aangezicht van uw broeder Absalom.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.