1 Koningen 20:5

5 Daarna kwamen de boden weder, en zeiden: Alzo spreekt Benhadad, zeggende: Ik heb wel tot u gezonden, zeggende: Uw zilver, en uw goud, en uw vrouwen, en uw kinderen zult gij mij geven;

1 Koningen 20:5 Meaning and Commentary

1 Kings 20:5

And the messengers came again
From Benhadad:

and said, thus speaketh Benhadad, saying, although I have sent unto
thee, saying:
at the first message:

thou shalt deliver me thy silver, and thy gold, and thy wives, and thy
children;
into his possession, and not as Ahab understood it, that he should be his vassal, and pay a yearly tribute for his quiet enjoyment of them; yet even this he would not now abide by, growing still more haughty upon the mean submission of Ahab, as by what follows.

1 Koningen 20:5 In-Context

3 En hij zeide hem aan: Zo zegt Benhadad: Uw zilver en uw goud, dat is mijn, daartoe uw vrouwen en uw beste kinderen, die zijn mijn.
4 En de koning van Israel antwoordde en zeide: Naar uw woord, mijn heer de koning, ik ben uwe, en al wat ik heb.
5 Daarna kwamen de boden weder, en zeiden: Alzo spreekt Benhadad, zeggende: Ik heb wel tot u gezonden, zeggende: Uw zilver, en uw goud, en uw vrouwen, en uw kinderen zult gij mij geven;
6 Maar morgen om dezen tijd zal ik mijn knechten tot u zenden, dat zij uw huis en de huizen uwer knechten bezoeken; en het zal geschieden, dat zij al het begeerlijke uwer ogen in hun handen leggen en wegnemen zullen.
7 Toen riep de koning van Israel alle oudsten des lands, en zeide: Merkt toch en ziet, dat deze het kwade zoekt; want hij had tot mij gezonden, om mijn vrouwen, en om mijn kinderen, en om mijn zilver, en om mijn goud, en ik heb het hem niet geweigerd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.