1 Koningen 20:4

4 En de koning van Israel antwoordde en zeide: Naar uw woord, mijn heer de koning, ik ben uwe, en al wat ik heb.

1 Koningen 20:4 Meaning and Commentary

1 Kings 20:4

And the king of Israel answered and said, my lord, O king
So he said to Benhadad's messengers, representing him, as acknowledging his sovereignty over him:

according to thy saying, I am thine, and all that I have:
which he understood of holding all that he had of him, by giving him homage, and paying him tribute; not that he was to deliver all his substance, and especially his wives and children, into his hands.

1 Koningen 20:4 In-Context

2 En hij zond boden tot Achab, den koning van Israel, in de stad.
3 En hij zeide hem aan: Zo zegt Benhadad: Uw zilver en uw goud, dat is mijn, daartoe uw vrouwen en uw beste kinderen, die zijn mijn.
4 En de koning van Israel antwoordde en zeide: Naar uw woord, mijn heer de koning, ik ben uwe, en al wat ik heb.
5 Daarna kwamen de boden weder, en zeiden: Alzo spreekt Benhadad, zeggende: Ik heb wel tot u gezonden, zeggende: Uw zilver, en uw goud, en uw vrouwen, en uw kinderen zult gij mij geven;
6 Maar morgen om dezen tijd zal ik mijn knechten tot u zenden, dat zij uw huis en de huizen uwer knechten bezoeken; en het zal geschieden, dat zij al het begeerlijke uwer ogen in hun handen leggen en wegnemen zullen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.