1 Koningen 3:8

8 En Uw knecht is in het midden van Uw volk, dat Gij verkoren hebt, een groot volk, hetwelk niet kan geteld noch gerekend worden, vanwege de menigte.

1 Koningen 3:8 Meaning and Commentary

1 Kings 3:8

And thy servant [is] in the midst of thy people which thou hast
chosen
To be his special and peculiar people above all people on the earth; this is not to be understood locally, though Jerusalem, where his palace was, was in the middle of the land; but of the exercise of his office, he being placed over the people, and among them, and having the care and inspection of them:

a great people, that cannot be numbered and counted for multitude;
being for number as the stars in the sky, and as the sand upon the seashore, as had been promised.

1 Koningen 3:8 In-Context

6 En Salomo zeide: Gij hebt aan Uw knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, in waarheid, en in gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat Gij hem gegeven hebt een zoon, zittende op zijn troon, als te dezen dage.
7 Nu dan, HEERE, mijn God! Gij hebt Uw knecht koning gemaakt in de plaats van mijn vader David; en ik ben een klein jongeling, ik weet niet uit te gaan noch in te gaan.
8 En Uw knecht is in het midden van Uw volk, dat Gij verkoren hebt, een groot volk, hetwelk niet kan geteld noch gerekend worden, vanwege de menigte.
9 Geef dan Uw knecht een verstandig hart, om Uw volk te richten, verstandelijk onderscheidende tussen goed en kwaad; want wie zou dit Uw zwaar volk kunnen richten?
10 Die zaak nu was goed in de ogen des HEEREN, dat Salomo deze zaak begeerd had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.