1 Koningen 4:1

1 Alzo was de koning Salomo koning over gans Israel.

1 Koningen 4:1 Meaning and Commentary

1 Kings 4:1

So King Solomon was king over all Israel.
] As David his father was not at first, only over Judah, and as Solomon's successors were not, after the division of the kingdom under his son Rehoboam; though this seems to have a particular respect to what is related in the preceding chapter concerning the wisdom of Solomon, for which he was so famous, that he reigned by the consent of all, and in the hearts of all the people of Israel.

1 Koningen 4:1 In-Context

1 Alzo was de koning Salomo koning over gans Israel.

2 En deze waren de vorsten, die hij had: Azaria, de zoon van Zadok, was opperambtman.

3 Elihoref, en Ahia, de zoon van Sisa, waren schrijvers; Josafat, de zoon van Ahilud, was kanselier.

4 En Benaja, de zoon van Jojada, was over het heir; en Zadok en Abjathar waren priesters.

5 En Azaria, de zoon van Nathan, was over de bestelmeesters; en Zabud, de zoon van Nathan, was overambtman, des konings vriend.