1 Koningen 9:16

16 Want Farao, de koning van Egypte, was opgekomen, en had Gezer ingenomen, en haar met vuur verbrand, en de Kanaanieten, die in de stad woonden, gedood, en had haar aan zijn dochter, de huisvrouw van Salomo, tot een geschenk gegeven.

1 Koningen 9:16 Meaning and Commentary

1 Kings 9:16

For Pharaoh king of Egypt had gone up, and taken Gezer, and
burnt it with fire
Egypt lay lower than Canaan, and therefore Pharaoh is said to go up to it; what moved him to it is not certain; whether he went of himself provoked, or was moved to it by Solomon, who had married his daughter; however, so he did, and took the place, and burnt it:

and slain the Canaanites that dwelt in the city:
for though it was given to the tribe of Ephraim, yet they could not drive the Canaanites out of it, who seem to have remained in it to this time; see ( Joshua 16:10 ) ( Judges 1:29 )

and given it for a present unto his daughter, Solomon's wife;
not as a dowry with her, but as a present to her; perhaps some time after marriage.

1 Koningen 9:16 In-Context

14 En Hiram had den koning gezonden honderd en twintig talenten gouds.
15 Dit is nu de oorzaak van het uitschot, dat de koning Salomo deed opkomen, om het huis des HEEREN te bouwen, en zijn huis, en Millo, en den muur van Jeruzalem, mitsgaders Hazor, en Megiddo, en Gezer.
16 Want Farao, de koning van Egypte, was opgekomen, en had Gezer ingenomen, en haar met vuur verbrand, en de Kanaanieten, die in de stad woonden, gedood, en had haar aan zijn dochter, de huisvrouw van Salomo, tot een geschenk gegeven.
17 Alzo bouwde Salomo Gezer, en het lage Beth-horon.
18 En Baalath, en Tamor in de woestijn, in dat land;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.