1 Kronieken 12:2

2 Gewapend met bogen, rechts en links met stenen werpende, en met pijlen schietende uit den boog; zij waren van de broederen van Saul, uit Benjamin.

1 Kronieken 12:2 Meaning and Commentary

1 Chronicles 12:2

They were armed with bows
Much used in war in those times: and could use both the right hand and the left, in hurling stones, and
shooting arrows out of a bow;
they were ambidextrous; who could sling stones, or shoot arrows, with either, which was no small advantage to them: even of Saul's brethren of Benjamin;
they were of the tribe of Benjamin, of which Saul was, and so his brethren; and they might be, at least some of them, his relations and kinsmen; who observing the unreasonableness of Saul's enmity to David, and detesting his cruelty, and sensible of the innocence of David, and of the service he had done his country; and perhaps not being ignorant of his divine right and title to the kingdom, went over to him, to comfort, strengthen, and assist him.

1 Kronieken 12:2 In-Context

1 Dezen nu zijn het, die tot David kwamen naar Ziklag, toen hij nog besloten was voor het aangezicht van Saul, den zoon van Kis; zij waren ook onder de helden, die tot dien krijg hielpen.
2 Gewapend met bogen, rechts en links met stenen werpende, en met pijlen schietende uit den boog; zij waren van de broederen van Saul, uit Benjamin.
3 Het hoofd was Ahiezer, en Joas, zonen van Semaa, den Gibeathiet; daarna Jeziel en Pelet, zonen van Azmaveth, en Beracha, en Jehu, de Anathothiet.
4 En Jismaja, de Gibeoniet, was een held onder de dertig, en over dertig gesteld; en Jirmeja, en Jahaziel, en Johanan, en Jozabad, de Gederathiet;
5 Eluzai, en Jerimoth, en Bealja, en Semarja, en Sefatja, de Harufiet;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.