1 Kronieken 29:11

11 Uw, o HEERE, is de grootheid, en de macht, en de heerlijkheid, en de overwinning, en de majesteit; want alles, wat in den hemel en op aarde is, is Uw: Uw, o HEERE, is het Koninkrijk, en Gij hebt U verhoogd tot een Hoofd boven alles.

1 Kronieken 29:11 Meaning and Commentary

1 Chronicles 29:11

Thine, O Lord, is the greatness, and the power, and the glory,
and the victory, and the majesty
That is, either God is possessed of all greatness and immensity, of dignity of nature, and of all perfections; of almighty power, of excellent glory, of superiority to all beings and of honour, and majesty, and all that grandeur, might, and honour in men, and victory over others; the majestic appearance they make, and exaltation above others they have, are all of God:

for all that is in the heaven and in the earth [is thine];
they are both made by him, and all that is in them, and therefore he has the sole right unto them:

thine is the kingdom, O Lord;
of nature and Providence; he has the sole dominion over all creatures, and the sovereign disposal of all things:

and thou art exalted as head above all;
men on earth, and angels in heaven.

1 Kronieken 29:11 In-Context

9 En het volk was verblijd over hun vrijwillig geven; want zij gaven met een volkomen hart den HEERE vrijwillig; en de koning David verblijdde zich ook met grote blijdschap.

10 Daarom loofde David den HEERE voor de ogen der ganse gemeente; en David zeide: Geloofd zijt Gij, HEERE, God van onzen vader Israel, van eeuwigheid tot in eeuwigheid!

11 Uw, o HEERE, is de grootheid, en de macht, en de heerlijkheid, en de overwinning, en de majesteit; want alles, wat in den hemel en op aarde is, is Uw: Uw, o HEERE, is het Koninkrijk, en Gij hebt U verhoogd tot een Hoofd boven alles.

12 En rijkdom en eer zijn voor Uw aangezicht, en Gij heerst over alles; en in Uw hand is kracht en macht; ook staat het in Uw hand alles groot te maken en sterk te maken.

13 Nu dan, onze God, wij danken U, en loven den Naam Uwer heerlijkheid.