1 Kronieken 4:8

8 En Koz gewon Anub en Hazobeba, en de huisgezinnen van Aharlel, den zoon van Harum.

1 Kronieken 4:8 Meaning and Commentary

1 Chronicles 4:8

And Coz
Another son of Helah, and brother of the before mentioned:

begat Anub, and Zobebah;
of whom we nowhere else read:

and the families of Aharhel, the son of Harum;
these were of the posterity of Coz; the Targum is,

``and the family of Aharhel, this is Hur, the firstborn of Miriam;''

which is not at all probable.

1 Kronieken 4:8 In-Context

6 En Naara baarde hem Ahuzzam, en Hefer, en Temeni, en Haahastari. Dit zijn de kinderen van Naara.
7 En de kinderen van Hela waren Zereth, Jezohar, en Ethnan.
8 En Koz gewon Anub en Hazobeba, en de huisgezinnen van Aharlel, den zoon van Harum.
9 Jabez nu was heerlijker dan zijn broeders; en zijn moeder had zijn naam Jabez genoemd, zeggende: Want ik heb hem met smarten gebaard.
10 Want Jabez riep den God Israels aan, zeggende: Indien Gij mij rijkelijk zegenen, en mijn landpale vermeerderen zult, en Uw hand met mij zijn zal, en met het kwade alzo maakt, dat het mij niet smarte! En God liet komen, wat hij begeerde.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.