1 Kronieken 8:29

29 En te Gibeon woonde de vader van Gibeon; en de naam zijner huisvrouw was Maacha.

1 Kronieken 8:29 Meaning and Commentary

1 Chronicles 8:29

And at Gibeon dwelt the father of Gibeon
The builder of the city, and prince of the inhabitants of it, which was in the tribe of Benjamin, ( Joshua 18:25 ) whose name was Jehiel, ( 1 Chronicles 9:35 ) ,

(whose wife's name was Maachah;)
of which name were many, see ( 1 Chronicles 2:48 ) ( 3:2 ) ( 7:16 ) .

1 Kronieken 8:29 In-Context

27 En Jaaresja, en Elia, en Zichri waren zonen van Jeroham.
28 Dezen waren de hoofden der vaderen, hoofden naar hun geslachten; dezen woonden te Jeruzalem.
29 En te Gibeon woonde de vader van Gibeon; en de naam zijner huisvrouw was Maacha.
30 En zijn eerstgeboren zoon was Abdon, daarna Zur, en Kis, en Baal, en Nadab,
31 En Gedor, en Ahio, en Zecher.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.