1 Kronieken 9:11

11 En Azarja, de zoon van Hilkija, den zoon van Mesullam, den zoon van Zadok, den zoon van Merajoth, den zoon van Ahitub, overste van het huis Gods;

1 Kronieken 9:11 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:11

And Azariah the son of Hilkiah
That is, the son of Azariah, whose name was Seraiah, see ( 1 Chronicles 6:13 1 Chronicles 6:14 ) ( Nehemiah 11:11 ) , whose pedigree is traced up from Hilkiah through Meshullam, called Shallum, ( 1 Chronicles 6:12 1 Chronicles 6:13 ) . Zadok, Meraioth, to Ahitub,

the ruler of the house of God;
high priest in it; which is to be understood of Ahitub, and not of Azariah or Seraiah in the time of Ezra; for Joshua was then high priest.

1 Kronieken 9:11 In-Context

9 En hun broederen naar hun geslachten, negenhonderd zes en vijftig; al deze mannen waren hoofden der vaderen in de huizen hunner vaderen.
10 Van de priesteren nu, Jedaja, en Jojarib, en Jachin,
11 En Azarja, de zoon van Hilkija, den zoon van Mesullam, den zoon van Zadok, den zoon van Merajoth, den zoon van Ahitub, overste van het huis Gods;
12 En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pashur, den zoon van Malchija; en Massi, de zoon van Adiel, den zoon van Jahzera, den zoon van Mesullam, den zoon van Mesillemith, den zoon van Immer.
13 Daartoe hun broeders, hoofden in de huizen hunner vaderen, duizend zevenhonderd en zestig, kloeke helden aan het werk van den dienst van het huis Gods.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.