1 Kronieken 9:9

9 En hun broederen naar hun geslachten, negenhonderd zes en vijftig; al deze mannen waren hoofden der vaderen in de huizen hunner vaderen.

1 Kronieken 9:9 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:9

And their brethren, according to their generations, nine
hundred amd fifty and six
Which was the number of the Benjaminites there resident put together, and which greatly exceeded that of Judah, ( 1 Chronicles 9:6 )

all these men were chief of the fathers, in the house of their fathers;
principal men in the families of the tribes of Judah and Benjamin, even all the seven before mentioned.

1 Kronieken 9:9 In-Context

7 En van de kinderen van Benjamin waren Sallu, de zoon van Mesullam, den zoon van Hodavja, den zoon van Hassenua;
8 En Jibnea, de zoon van Jeroham, en Ela, de zoon van Uzzi, den zoon van Michri; en Mesullam, de zoon van Sefatja, den zoon van Reuel, den zoon van Jibnija;
9 En hun broederen naar hun geslachten, negenhonderd zes en vijftig; al deze mannen waren hoofden der vaderen in de huizen hunner vaderen.
10 Van de priesteren nu, Jedaja, en Jojarib, en Jachin,
11 En Azarja, de zoon van Hilkija, den zoon van Mesullam, den zoon van Zadok, den zoon van Merajoth, den zoon van Ahitub, overste van het huis Gods;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.