1 Samuël 10:12

12 Toen antwoordde een man van daar, en zeide: Wie is toch hun vader? Daarom is het tot een spreekwoord geworden: Is Saul ook onder de profeten?

1 Samuël 10:12 Meaning and Commentary

1 Samuel 10:12

And one of the same place answered, and said
One of the same city, and in the same company, that expressed their admiration at what was come to Saul, and at what he did, and wondering how he came into such company, and to have such a gift, who was of so mean an education:

but who is their father? the father of the prophets;
their fathers were not prophets, no more than Saul's was; their Father that taught them is the Lord, and he was able to teach Saul, and bestow on him the gift of prophecy, as well as on them; and so the Targum, who is their master or teacher; for though they might have an undermaster or teacher, as Samuel, or another prophet, yet their chief teacher was God; who could and did give men the gift of prophecy, and even in the highest sense, who had neither prophets for their fathers, nor were indeed trained up in any of the schools of the prophets, which was the case of Amos:

therefore it became a proverb, is Saul also among the prophets?
that when a person of a mean parentage, and of a low life and education, was raised up to any degree of dignity in sacred and civil things, they used to apply this proverbial expression to him, or speak of him in this manner, is Saul among the prophets?

1 Samuël 10:12 In-Context

10 Toen zij daar aan den heuvel kwamen, zie, zo kwam hem een hoop profeten tegemoet; en de Geest des HEEREN werd vaardig over hem, en hij profeteerde in het midden van hen.

11 En het geschiedde, als een iegelijk, die hem van te voren gekend had, zag, dat hij, ziet, profeteerde met de profeten, zo zeide het volk, een ieder tot zijn metgezel: Wat is dit, dat den zoon van Kis geschied is? Is Saul ook onder de profeten?

12 Toen antwoordde een man van daar, en zeide: Wie is toch hun vader? Daarom is het tot een spreekwoord geworden: Is Saul ook onder de profeten?

13 Toen hij nu voleind had te profeteren, zo kwam hij op de hoogte.

14 En Sauls oom zeide tot hem en tot zijn jongen: Waar zijt gijlieden heengegaan? Hij nu zeide: Om de ezelinnen te zoeken; toen wij zagen, dat zij er niet waren, zo kwamen wij tot Samuel.