1 Samuël 15:1

1 Toen zeide Samuel tot Saul: de HEERE heeft mij gezonden, dat ik u ten koning zalfde over Zijn volk, over Israel; hoor dan nu de stem van de woorden des HEEREN.

1 Samuël 15:1 Meaning and Commentary

1 Samuel 15:1

Samuel also said unto Saul
When and where he said to him what follows, it is not easy to determine, perhaps at Gilgal, where they after met again:

the Lord sent me to anoint thee to be king over his people, over
Israel;
that is, he gave him orders to anoint him king of Israel, otherwise Saul was in providence sent to Samuel to be anointed, and not Samuel to Saul:

now therefore hearken thou unto the voice of the words of the Lord;
for so great a favour, and such high honour he had conferred on him, laid him under great obligation to obey the commands of the Lord; and whereas he had been deficient in one instance before, for which he had been reproved, he suggests, that now he should take care to observe and do, particularly and punctually, what should be enjoined him.

1 Samuël 15:1 In-Context

1 Toen zeide Samuel tot Saul: de HEERE heeft mij gezonden, dat ik u ten koning zalfde over Zijn volk, over Israel; hoor dan nu de stem van de woorden des HEEREN.
2 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb bezocht, hetgeen Amalek aan Israel gedaan heeft, hoe hij zich tegen hem gesteld heeft op den weg, toen hij uit Egypte opkwam.
3 Ga nu heen, en sla Amalek, en verban alles, wat hij heeft, en verschoon hem niet; maar dood van den man af tot de vrouw toe, van de kinderen tot de zuigelingen, van de ossen tot de schapen, van de kemelen tot de ezelen toe.
4 Dit verkondigde Saul het volk, en hij telde hen te Telaim, tweehonderd duizend voetvolks, en tien duizend mannen van Juda.
5 Als Saul tot aan de stad Amalek kwam, zo legde hij een achterlage in het dal.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.