1 Samuël 25:18

18 Toen haastte zich Abigail, en nam tweehonderd broden, en twee lederzakken wijns, en vijf toebereide schapen, en vijf maten geroost koren, en honderd stukken rozijnen, en tweehonderd klompen vijgen, en legde die op ezelen.

1 Samuël 25:18 Meaning and Commentary

1 Samuel 25:18

Then Abigail made haste
As the case required, her family being in imminent danger:

and took two hundred loaves;
of bread; of what size or weight they were is not said; though it may be reasonably concluded they were pretty large, since they are not called cakes, but loaves, and since they were to be a present to David and his men, who were numerous:

and two bottles of wine;
not such as ours are, which would have borne no proportion to the rest of the provision; but these were leathern bags which held a large quantity, in which they put and carried wine in those times and countries; the Septuagint version is, two vessels or casks of wine:

and five sheep ready dressed;
killed and dressed by the butcher, or made ready by the cook, boiled or roasted; the word which the Targum uses, according to the interpretation of Jarchi, from one of their Rabbins, signifies such as were stuffed with small pieces of meat, and eggs in them, or, as it should seem, made into pastries:

and five measures of parched [corn];
or five seahs, a measure which held, according to Bishop Cumberland ^F2, two wine gallons, four bottles, and a little more; of this parched corn, (See Gill on 1 Samuel 17:17); where mention is made of an ephah of it; and the Septuagint version has the same measure here, and calls them five ephahs of flour:

and an hundred clusters of raisins;
or dried grapes, as the Targum; the Septuagint is, one omer of them, which was the tenth part of an ephah:

and two hundred cakes of figs;
which were dried, and pressed, and made into lumps, and she took two hundred of these; or, as the Targum, two hundred pound weight of them:

and laid [them] on asses;
one not being sufficient to carry all this provision.

---

FOOTNOTES:

F2 Of Scripture Weights and Measures, ch. 3. p. 86.

1 Samuël 25:18 In-Context

16 Zij zijn een muur om ons geweest, zo bij nacht als bij dag, al de dagen, die wij bij hen geweest zijn, weidende de schapen.

17 Weet dan nu, en zie, wat gij doen zult; want het kwaad is ten volle over onzen heer besloten, en over zijn ganse huis; en hij is een zoon Belials, dat men hem niet mag aanspreken.

18 Toen haastte zich Abigail, en nam tweehonderd broden, en twee lederzakken wijns, en vijf toebereide schapen, en vijf maten geroost koren, en honderd stukken rozijnen, en tweehonderd klompen vijgen, en legde die op ezelen.

19 En zij zeide tot haar jongelingen: Trekt heen voor mijn aangezicht; ziet, ik kom achter ulieden; doch haar man Nabal gaf zij het niet te kennen.

20 Het geschiedde nu, toen zij op den ezel reed, en dat zij afkwam in het verborgene des bergs, en ziet, David en zijn mannen kwamen af haar tegemoet, en zij ontmoette hen.