1 Samuël 30:2

2 En dat zij de vrouwen, die daarin waren, gevankelijk weggevoerd hadden; doch zij hadden niemand doodgeslagen, van den kleinste tot den grootste, maar hadden ze weggevoerd en waren huns weegs gegaan.

1 Samuël 30:2 Meaning and Commentary

1 Samuel 30:2

And had taken the women captives, that [were] therein
There being no other to take, the men were gone with David:

they slew not any, either great or small;
that is, of the women, whether married or unmarried, old, or maidens, or children; which was very much, since David destroyed all that came within his reach, men and women, when he invaded them, ( 1 Samuel 27:9 ) ; but perhaps this was not owing to their humanity, but to their covetousness, designing to make an advantage of them by selling them for slaves; no doubt they were restrained by the providence of God:

but carried [them] away, and went on their way;
homewards with their captives.

1 Samuël 30:2 In-Context

1 Het geschiedde nu, als David en zijn mannen den derden dag te Ziklag kwamen, dat de Amalekieten in het zuiden en te Ziklag ingevallen waren, en Ziklag geslagen, en dezelve met vuur verbrand hadden;
2 En dat zij de vrouwen, die daarin waren, gevankelijk weggevoerd hadden; doch zij hadden niemand doodgeslagen, van den kleinste tot den grootste, maar hadden ze weggevoerd en waren huns weegs gegaan.
3 En David en zijn mannen kwamen aan de stad, en ziet, zij was met vuur verbrand; en hun vrouwen, en hun zonen en hun dochteren waren gevankelijk weggevoerd.
4 Toen hief David en het volk, dat bij hem was, hun stem op, en weenden, tot dat er geen kracht meer in hen was om te wenen.
5 Davids beide vrouwen waren ook gevankelijk weggevoerd, Ahinoam, de Jizreelietische, en Abigail, de huisvrouw van Nabal, den Karmeliet.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.