1 Samuël 30:22

22 Toen antwoordde een ieder boos en Belials man onder de mannen, die met David getogen waren, en zij zeiden: Omdat zij met ons niet getogen zijn, zullen wij hun van den buit, dien wij gered hebben, niet geven, maar aan een iegelijk zijn vrouw en zijn kinderen; laat hen die heenleiden, en weggaan.

1 Samuël 30:22 Meaning and Commentary

1 Samuel 30:22

Then answered all the wicked men, and [men] of Belial, of
those that went with David
Who were ill natured men, and of covetous dispositions, as what is called their answer shows; and it seems by that as if the two hundred men had moved that they might have their share in the spoil, or that David had given some intimation that they should:

and said, because they went not with us, we will not give, them [ought]
of the spoil that we have recovered:
which was very unreasonable not to let them have what was before their own which was recovered; and indeed it was but right they should have their share in the spoil that was taken which was of others, as will appear hereafter: but they were of opinion and were come to a resolution, they should have no more,

save to every man his wife and his children;
which was very unkind and ungenerous:

that they may lead [them] away, and depart;
but whither? Ziklag was burnt, the land of Israel they would not return unto, where they must fall a sacrifice to Saul; these men cared not where they went, so that they were rid of them, that they might not have any share with them in the spoil.

1 Samuël 30:22 In-Context

20 David nam ook al de schapen en de runderen; zij dreven ze voor datzelve vee heen, en zeiden: Dit is Davids buit.
21 Als David tot de tweehonderd mannen kwam, die zo moede waren geweest, dat zij David niet hadden kunnen navolgen, en die zij aan de beek Besor hadden laten blijven, die gingen David tegemoet, en het volk, dat bij hem was, tegemoet; en David trad tot het volk, en hij vraagde hen naar den welstand.
22 Toen antwoordde een ieder boos en Belials man onder de mannen, die met David getogen waren, en zij zeiden: Omdat zij met ons niet getogen zijn, zullen wij hun van den buit, dien wij gered hebben, niet geven, maar aan een iegelijk zijn vrouw en zijn kinderen; laat hen die heenleiden, en weggaan.
23 Maar David zeide: Alzo zult gij niet doen, mijn broeders, met hetgeen ons de HEERE gegeven heeft, en Hij heeft ons bewaard, en heeft de bende, die tegen ons kwam, in onze hand gegeven.
24 Wie zou toch ulieden in deze zaak horen? Want gelijk het deel dergenen is, die in den strijd mede afgetogen zijn, alzo zal ook het deel dergenen zijn, die bij het gereedschap gebleven zijn; zij zullen gelijkelijk delen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.