1 Samuël 30:23

23 Maar David zeide: Alzo zult gij niet doen, mijn broeders, met hetgeen ons de HEERE gegeven heeft, en Hij heeft ons bewaard, en heeft de bende, die tegen ons kwam, in onze hand gegeven.

1 Samuël 30:23 Meaning and Commentary

1 Samuel 30:23

Then said David, ye shall not do so, my brethren
Though he saw through their wickedness, and disapproved of the bad sentiments they had embraced, yet he deals gently with them, calling them brethren, being of the same nation and religion, and his fellow soldiers; yet at the same time keeps up and maintains his dignity and authority as a general, and declares it should not be as they willed, and gives his reasons for it, that it was not fit they should do as they pleased:

with that which the Lord hath given us;
what they had was given them, and therefore, as they had freely received, they should freely give; and what was given them, was not given to them only, but to the whole body, by the Lord:

who hath preserved us, and delivered the company that came against us
into our hand;
it was not by their own power and might that they got the victory over the enemy, and the spoil into their hands, but it was through the Lord only; and therefore, as they should not assume the honour of the victory to themselves, so neither should they claim the spoil as wholly belonging to them.

1 Samuël 30:23 In-Context

21 Als David tot de tweehonderd mannen kwam, die zo moede waren geweest, dat zij David niet hadden kunnen navolgen, en die zij aan de beek Besor hadden laten blijven, die gingen David tegemoet, en het volk, dat bij hem was, tegemoet; en David trad tot het volk, en hij vraagde hen naar den welstand.
22 Toen antwoordde een ieder boos en Belials man onder de mannen, die met David getogen waren, en zij zeiden: Omdat zij met ons niet getogen zijn, zullen wij hun van den buit, dien wij gered hebben, niet geven, maar aan een iegelijk zijn vrouw en zijn kinderen; laat hen die heenleiden, en weggaan.
23 Maar David zeide: Alzo zult gij niet doen, mijn broeders, met hetgeen ons de HEERE gegeven heeft, en Hij heeft ons bewaard, en heeft de bende, die tegen ons kwam, in onze hand gegeven.
24 Wie zou toch ulieden in deze zaak horen? Want gelijk het deel dergenen is, die in den strijd mede afgetogen zijn, alzo zal ook het deel dergenen zijn, die bij het gereedschap gebleven zijn; zij zullen gelijkelijk delen.
25 En dit is van dien dag af en voortaan alzo geweest; want hij heeft het tot een inzetting en tot een recht gesteld in Israel, tot op dezen dag.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.