1 Samuël 30:3

3 En David en zijn mannen kwamen aan de stad, en ziet, zij was met vuur verbrand; en hun vrouwen, en hun zonen en hun dochteren waren gevankelijk weggevoerd.

1 Samuël 30:3 Meaning and Commentary

1 Samuel 30:3

So David and his men came to the city
Or however to the place where it had stood, and where it now lay in ruins:

and, behold, [it was] burnt with fire;
the whole city was laid in ashes:

and their wives, and their sons, and their daughters, were taken
captives;
as it appeared afterwards; for upon their first coming they knew not but they were all destroyed; and which they might reasonably suppose from their former treatment of them, unless there were any left upon the spot which could inform them how things were, which does not appear, and which must make their distress the greater.

1 Samuël 30:3 In-Context

1 Het geschiedde nu, als David en zijn mannen den derden dag te Ziklag kwamen, dat de Amalekieten in het zuiden en te Ziklag ingevallen waren, en Ziklag geslagen, en dezelve met vuur verbrand hadden;
2 En dat zij de vrouwen, die daarin waren, gevankelijk weggevoerd hadden; doch zij hadden niemand doodgeslagen, van den kleinste tot den grootste, maar hadden ze weggevoerd en waren huns weegs gegaan.
3 En David en zijn mannen kwamen aan de stad, en ziet, zij was met vuur verbrand; en hun vrouwen, en hun zonen en hun dochteren waren gevankelijk weggevoerd.
4 Toen hief David en het volk, dat bij hem was, hun stem op, en weenden, tot dat er geen kracht meer in hen was om te wenen.
5 Davids beide vrouwen waren ook gevankelijk weggevoerd, Ahinoam, de Jizreelietische, en Abigail, de huisvrouw van Nabal, den Karmeliet.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.