2 Koningen 12:17

17 Toen trok Hazael, de koning van Syrie op, en krijgde tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde Hazael zijn aangezicht, om tegen Jeruzalem op te trekken.

2 Koningen 12:17 Meaning and Commentary

2 Kings 12:17

Then Hazael king of Syria went up and fought against Gath, and
took it
When Jehoiada was dead, and Jehoash was become an apostate, the Lord suffered the king of Syria to be a scourge to him; who first attacked Gath, and took it, which was formerly one of the principalities of the Philistines, but was subdued by David, and had been in the hands of the Israelites ever since; the king of Syria began with this, as nearest to him, to open the way for what he had further in view:

and Hazael set his face to go up to Jerusalem;
he made such preparations, and took such measures, as plainly indicated what his design was.

2 Koningen 12:17 In-Context

15 Daartoe eisten zij geen rekening van de mannen, wien zij dat geld in hun handen gaven, om aan degenen, die het werk deden, te geven; want zij handelden trouwelijk.

16 Het geld van schuldoffer, en het geld van zondofferen werd ten huize des HEEREN niet gebracht; het was voor de priesteren.

17 Toen trok Hazael, de koning van Syrie op, en krijgde tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde Hazael zijn aangezicht, om tegen Jeruzalem op te trekken.

18 Maar Joas, de koning van Juda, nam al de geheiligde dingen, die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn vaderen, de koningen van Juda, geheiligd hadden, en zijn geheiligde dingen, en al het goud, dat gevonden werd in de schatten van het huis des HEEREN, en van het huis des konings, en zond het tot Hazael, den koning van Syrie; toen trok hij op van Jeruzalem.

19 Het overige nu der geschiedenissen van Joas, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda?