2 Koningen 21:9

9 Maar zij hoorden niet; want Manasse deed hen dwalen, dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdelgd had.

2 Koningen 21:9 Meaning and Commentary

2 Kings 21:9

But they hearkened not
To the voice of God in his law by Moses, and were not obedient to it:

and Manasseh seduced them to do more evil than did the nations whom the
Lord destroyed before the children of Israel:
he set up more idols, and drew the people into more and greater idolatries, than the old Canaanites; and these were the more aggravated by having a law given to them, and prophets sent to instruct them in it, and by the benefits and blessings bestowed upon them by the lawgiver, which laid them under greater obligations to him; see ( Jeremiah 2:11 Jeremiah 2:28 ) .

2 Koningen 21:9 In-Context

7 Hij stelde ook een gesneden beeld van het bos, dat hij gemaakt had, in het huis waarvan de HEERE gezegd had tot David, en tot zijn zoon Salomo: In dit huis, en in Jeruzalem, die Ik uit alle stammen van Israel verkoren heb, zal Ik Mijn Naam zetten in eeuwigheid.
8 En Ik zal niet voortvaren den voet van Israel te bewegen uit dit land, dat Ik hun vaderen gegeven heb; alleenlijk, zo zij waarnemen te doen, naar alles, wat Ik hun geboden heb, en naar de ganse wet, die Mijn knecht Mozes hun geboden heeft.
9 Maar zij hoorden niet; want Manasse deed hen dwalen, dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdelgd had.
10 Toen sprak de HEERE door den dienst van Zijn knechten, de profeten, zeggende:
11 Dewijl dat Manasse, de koning van Juda, deze gruwelen gedaan heeft, erger doende dan al wat de Amorieten gedaan hebben, die voor hem geweest zijn, ja, ook Juda door zijn drekgoden heeft doen zondigen;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.