2 Koningen 21:10

10 Toen sprak de HEERE door den dienst van Zijn knechten, de profeten, zeggende:

2 Koningen 21:10 Meaning and Commentary

2 Kings 21:10

And the Lord spake by his servants the prophets
Who prophesied in the days of Manasseh; and were, according to the Jewish chronology F6, Joel, Nahum, and Habakkuk:

saying:
as follows.


FOOTNOTES:

F6 Seder Olam Rabba, c. 20. p. 55.

2 Koningen 21:10 In-Context

8 En Ik zal niet voortvaren den voet van Israel te bewegen uit dit land, dat Ik hun vaderen gegeven heb; alleenlijk, zo zij waarnemen te doen, naar alles, wat Ik hun geboden heb, en naar de ganse wet, die Mijn knecht Mozes hun geboden heeft.
9 Maar zij hoorden niet; want Manasse deed hen dwalen, dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdelgd had.
10 Toen sprak de HEERE door den dienst van Zijn knechten, de profeten, zeggende:
11 Dewijl dat Manasse, de koning van Juda, deze gruwelen gedaan heeft, erger doende dan al wat de Amorieten gedaan hebben, die voor hem geweest zijn, ja, ook Juda door zijn drekgoden heeft doen zondigen;
12 Daarom, alzo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, Ik zal een kwaad over Jeruzalem en Juda brengen, dat een ieder, die het hoort, beide zijn oren klinken zullen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.