2 Koningen 4:30

30 Doch de moeder van den jongen zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! Hij stond dan op, en volgde haar na.

2 Koningen 4:30 Meaning and Commentary

2 Kings 4:30

And the mother of the child said
Having no faith in what the servant was to do, or could do:

as the Lord liveth, and as thy soul liveth, I will not leave thee;
signifying she would not go with his servant, but insisted upon it that he himself went with her, or she would not depart:

and he arose, and followed her;
influenced by her importunity, and a sense of favours he had received from her, and more especially by the Spirit of God.

2 Koningen 4:30 In-Context

28 En zij zeide: Heb ik een zoon van mijn heer begeerd? Zeide ik niet: Bedrieg mij niet?
29 En hij zeide tot Gehazi: Gord uw lenden, en neem mijn staf in uw hand, en ga henen; zo gij iemand vindt, groet hem niet; en zo u iemand groet, antwoord hem niet; en leg mijn staf op het aangezicht van den jongen.
30 Doch de moeder van den jongen zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! Hij stond dan op, en volgde haar na.
31 Gehazi nu was voor hun aangezicht doorgegaan; en hij legde den staf op het aangezicht van den jongen; doch er was geen stem, noch opmerking. Zo keerde hij weder hem tegemoet, en bracht hem boodschap, zeggende: De jongen is niet ontwaakt.
32 En toen Elisa in het huis kwam, ziet, zo was de jongen dood, zijnde gelegd op zijn bed.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.