2 Koningen 6:29

29 Zo hebben wij mijn zoon gezoden, en hebben hem gegeten; maar als ik des anderen daags tot haar zeide: Geef uw zoon, dat wij hem eten, zo heeft zij haar zoon verstoken.

2 Koningen 6:29 Meaning and Commentary

2 Kings 6:29

So we boiled my son, and did eat him
Thus what was predicted, by way of threatening, began to be accomplished, ( Deuteronomy 28:53 ) , (See Gill on Deuteronomy 28:53), and of which there were other instances of a like kind at the siege of Jerusalem, both by Nebuchadnezzar and Vespasian:

and I said unto her on the next day;
after her child had been wholly ate up:

give thy son, that we may eat him;
according to agreement:

and she hath hid her son;
either to save him alive, or to eat him herself alone.

2 Koningen 6:29 In-Context

27 En hij zeide: De HEERE helpt u niet; waarvan zou ik u helpen? Van den dorsvloer of van den wijnpers?
28 Verder zeide de koning tot haar: Wat is u? En zij zeide: Deze vrouw heeft tot mij gezegd: Geef uw zoon, dat wij hem heden eten, en morgen zullen wij mijn zoon eten.
29 Zo hebben wij mijn zoon gezoden, en hebben hem gegeten; maar als ik des anderen daags tot haar zeide: Geef uw zoon, dat wij hem eten, zo heeft zij haar zoon verstoken.
30 En het geschiedde, als de koning de woorden dezer vrouw gehoord had, dat hij zijn klederen scheurde, alzo hij op den muur voortging; en het volk zag, dat, ziet, een zak van binnen over zijn vlees was.
31 En hij zeide: Zo doe mij God, en doe zo daartoe, indien het hoofd van Elisa, den zoon van Safat, heden op hem zal blijven staan!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.