2 Koningen 8:29

29 Toen keerde Joram, de koning wederom, opdat hij zich te Jizreel helen liet van de slagen, die hem de Syriers te Rama geslagen hadden, als hij streed tegen Hazael den koning van Syrie; en Ahazia, de zoon van Jehoram, de koning van Juda, kwam af, om Joram, den zoon van Achab, te Jizreel te bezien, want hij was krank.

2 Koningen 8:29 Meaning and Commentary

Ver. 29 And King Joram went back
From Ramoth, having taken it, and left his army there:

to be healed in Jezreel of the wounds which the Syrians had given him
at Ramah;
the same with Ramothgilead:

when he fought against Hazael king of Syria;
for Benhadad being dead, he was now king in his room, ( 2 Kings 8:15 )

and Ahaziah the son of Jehoram king of Judah went down to see Joram the
son of Ahab in Jezreel, because he was sick;
of the wounds which he had received, which might occasion a feverish disorder; and so it was brought about in Providence that Ahaziah should here meet with the destruction appointed for him, of which in the following chapter. See ( 2 Chronicles 22:7 ) .

2 Koningen 8:29 In-Context

27 En hij wandelde in den weg van het huis van Achab, en deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, gelijk het huis van Achab; want hij was een schoonzoon van het huis van Achab.
28 En hij toog met Joram, den zoon van Achab, naar den strijd, te Ramoth in Gilead, tegen Hazael, den koning van Syrie; en de Syriers sloegen Joram.
29 Toen keerde Joram, de koning wederom, opdat hij zich te Jizreel helen liet van de slagen, die hem de Syriers te Rama geslagen hadden, als hij streed tegen Hazael den koning van Syrie; en Ahazia, de zoon van Jehoram, de koning van Juda, kwam af, om Joram, den zoon van Achab, te Jizreel te bezien, want hij was krank.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.