2 Kronieken 24:2

2 En Joas deed dat recht was in de ogen des HEEREN, al de dagen van den priester Jojada.

2 Kronieken 24:2 Meaning and Commentary

2 Chronicles 24:30

And the chief of the house of the father of the families of
the Kohathites [shall be] Elizaphan the son of Uzziel.
] The same man, who, with his brother Mishael, carried Nadab and Abihu out of the camp, and buried them, ( Leviticus 10:4 Leviticus 10:5 ) ; he descended from the last and youngest of the families of the Kohathites; and some think this was one reason at least of Korah's dissatisfaction, and of his entering into a conspiracy against Moses and Aaron, because one of a younger family of his house was preferred to this dignity before him.

2 Kronieken 24:2 In-Context

1 Joas was zeven jaren oud, toen hij koning werd, en hij regeerde veertig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Zibja, van Ber-seba.
2 En Joas deed dat recht was in de ogen des HEEREN, al de dagen van den priester Jojada.
3 En Jojada nam voor hem twee vrouwen; en hij gewon zonen en dochteren.
4 Het geschiedde nu na dezen, dat het in het hart van Joas was, het huis des HEEREN te vernieuwen.
5 Zo vergaderde hij de priesteren en de Levieten, en zeide tot hen: Trekt uit tot de steden van Juda, en vergadert geld van het ganse Israel, om het huis uws Gods te beteren van jaar tot jaar; en gijlieden, haast tot deze zaak; maar de Levieten haastten niet.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.