2 Kronieken 26:9

9 Daartoe bouwde Uzzia torens te Jeruzalem, aan de Hoekpoort en aan de Dalpoort, en aan de hoeken; en hij sterkte ze.

2 Kronieken 26:9 Meaning and Commentary

2 Chronicles 26:9

Moreover Uzziah built towers in Jerusalem at the corner gate,
&c.] Which was broken down by the king of Israel in his father's time, ( 2 Chronicles 25:23 ) and which he not only repaired, but strengthened, by building a tower upon it:

and at the valley gate;
which led to the valley, ( Nehemiah 2:13 ) ( 3:13 ) , called the valley of the dead bodies, in which they were cast, and in which the brook Kidron ran, ( Jeremiah 31:40 )

and at the turning of the wall;
at each of those places he built towers, which Josephus ^F15 says were one hundred and fifty cubits high: and fortified them; put garrisons of soldiers into them.

---

FOOTNOTES:

F15 Antiqu. l. 9. c. 10. sect. 3.

2 Kronieken 26:9 In-Context

7 En God hielp hem tegen de Filistijnen, en tegen de Arabieren, die te Gur-Baal woonden, en tegen de Meunieten.

8 En de Ammonieten gaven Uzzia geschenken; en zijn naam ging tot den ingang van Egypte, want hij sterkte zich ten hoogste.

9 Daartoe bouwde Uzzia torens te Jeruzalem, aan de Hoekpoort en aan de Dalpoort, en aan de hoeken; en hij sterkte ze.

10 Hij bouwde ook torens in de woestijn, en hieuw vele putten uit, overmits hij veel vee had, beide in de laagten en in de effene velden; akkerlieden en wijngaardeniers op de bergen en op de vruchtbare velden; want hij was een liefhebber van den land bouw.

11 Verder had Uzzia een heirkracht van geoefenden ten oorlog, uittrekkende ten heire bij benden, naar het getal hunner monstering, daar de hand van Jeiel, den schrijver, en Mahaseja, den ambtman; onder de hand van Hananja, een van de vorsten des konings.