2 Kronieken 26:11

11 Verder had Uzzia een heirkracht van geoefenden ten oorlog, uittrekkende ten heire bij benden, naar het getal hunner monstering, daar de hand van Jeiel, den schrijver, en Mahaseja, den ambtman; onder de hand van Hananja, een van de vorsten des konings.

2 Kronieken 26:11 Meaning and Commentary

2 Chronicles 26:11

Moreover, Uzziah had an host of fighting men
A standing army:

that went out to war by bands;
to annoy his enemies, and to scour the country from thieves and robbers, that came in troops to plunder:

according to the number of their account, by the hand of Jeiel the
scribe;
the secretary of war, who ordered these bands, settled their number, and directed their destination:

and Maaseiah the ruler;
or officer over them, a lieutenant:

under the hand of Hananiah, one of the king's captains;
that had the command of them, or at least of one of them.

2 Kronieken 26:11 In-Context

9 Daartoe bouwde Uzzia torens te Jeruzalem, aan de Hoekpoort en aan de Dalpoort, en aan de hoeken; en hij sterkte ze.
10 Hij bouwde ook torens in de woestijn, en hieuw vele putten uit, overmits hij veel vee had, beide in de laagten en in de effene velden; akkerlieden en wijngaardeniers op de bergen en op de vruchtbare velden; want hij was een liefhebber van den land bouw.
11 Verder had Uzzia een heirkracht van geoefenden ten oorlog, uittrekkende ten heire bij benden, naar het getal hunner monstering, daar de hand van Jeiel, den schrijver, en Mahaseja, den ambtman; onder de hand van Hananja, een van de vorsten des konings.
12 Het gehele getal van de hoofden der vaderen, der strijdbare helden, was twee duizend en zeshonderd.
13 En onder hun hand was een krijgsheir van driehonderd zeven duizend en vijfhonderd, die met strijdbare kracht zich ten oorlog oefenden, om den koning tegen den vijand te helpen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.