2 Kronieken 33:10

10 De HEERE sprak wel tot Manasse en tot zijn volk; maar zij merkten daar niet op.

2 Kronieken 33:10 Meaning and Commentary

2 Chronicles 33:10

And the Lord spake to Manasseh, and to his people
By his servants the prophets, see ( 2 Kings 21:10-15 ) , where what was said to them is recorded:

but they would not hearken;
to what was said, to reproofs, admonitions, and exhortations to repent and reform.

2 Kronieken 33:10 In-Context

8 En Ik zal den voet van Israel niet meer doen wijken van het land, dat Ik uw vaderen besteld heb; alleenlijk zo zij waarnemen te doen, al hetgeen Ik hun geboden heb, naar de ganse wet, en inzettingen, en rechten, door de hand van Mozes.
9 Zo deed Manasse Juda en de inwoners te Jeruzalem dwalen, dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdelgd had.
10 De HEERE sprak wel tot Manasse en tot zijn volk; maar zij merkten daar niet op.
11 Daarom bracht de HEERE over hen de krijgsoversten, die de koning van Assyrie had, dewelke Manasse gevangen namen onder de doornen; en zij bonden hem met twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel.
12 En als hij hem benauwde, bad hij het aangezicht des HEEREN, zijns Gods, ernstelijk aan, en vernederde zich zeer voor het aangezicht van den God zijner vaderen,
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.