2 Kronieken 33:11

11 Daarom bracht de HEERE over hen de krijgsoversten, die de koning van Assyrie had, dewelke Manasse gevangen namen onder de doornen; en zij bonden hem met twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel.

2 Kronieken 33:11 Meaning and Commentary

2 Chronicles 33:11

Wherefore the Lord brought upon them the captains of the host
of the king of Assyria
Who was Esarhaddon, the son and successor of Sennacherib; this, according to the Jewish chronology F6, was in the twenty second year of Manasseh's reign:

which took Manasseh among the thorns;
in a thicket of briers and thorns, where, upon his defeat, he had hid himself; a fit emblem of the afflictions and troubles his sins brought him into:

and bound him with fetters;
hands and feet; with chains of brass, as the Targum, such as Zedekiah was bound with, ( 2 Kings 25:7 ) , not chains of gold, with which Mark Antony bound a king of Armenia, for the sake of honour F7:

and carried him to Babylon;
for now the king of Assyria was become master of that city, and added it to his monarchy, and made it the seat of his residence; at least some times that and sometimes Nineveh, Merodachbaladan being dead, or conquered; though, according to Suidas {h}, it was he that took Manasseh; and by an Arabic writer F9, he is said to be carried to Nineveh.


FOOTNOTES:

F6 Seder Olam Rabba, c. 24. p. 67.
F7 Vell. Patercul. Hist. Roman. l. 2.
F8 In voce (manasshv) .
F9 Abulpharag. Hist. Dynast. Dyn. 3. p. 67. So Suidas, ib.

2 Kronieken 33:11 In-Context

9 Zo deed Manasse Juda en de inwoners te Jeruzalem dwalen, dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels verdelgd had.
10 De HEERE sprak wel tot Manasse en tot zijn volk; maar zij merkten daar niet op.
11 Daarom bracht de HEERE over hen de krijgsoversten, die de koning van Assyrie had, dewelke Manasse gevangen namen onder de doornen; en zij bonden hem met twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel.
12 En als hij hem benauwde, bad hij het aangezicht des HEEREN, zijns Gods, ernstelijk aan, en vernederde zich zeer voor het aangezicht van den God zijner vaderen,
13 En bad Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden, en hoorde zijn smeking, en Hij bracht hem weder te Jeruzalem, in zijn koninkrijk. Toen erkende Manasse, dat de HEERE God is.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.