2 Samuël 19:25

25 En het geschiedde, als hij te Jeruzalem den koning tegemoet kwam, dat de koning tot hem zeide: Waarom zijt gij niet met mij getogen, Mefiboseth?

2 Samuël 19:25 Meaning and Commentary

2 Samuel 19:25

And it came to pass, when he came to Jerusalem to meet the
king
Perhaps from the place where his estate was; or, as the Arabic version, when he came from Jerusalem, from whence he went a little way to meet the king, as he was coming thither; for it was said he abode at Jerusalem, ( 2 Samuel 16:3 ) ;

that the king said unto him, wherefore wentest not thou with me,
Mephibosheth?
when he departed from Jerusalem, being obliged to flee from thence because of Absalom; it is very probable David would never have asked him this question, knowing his lameness, had it not been for the suggestion of Ziba his servant, that he stayed at Jerusalem, hoping that the kingdom of his father would be restored to him, ( 2 Samuel 16:3 ) .

2 Samuël 19:25 In-Context

23 En de koning zeide tot Simei: Gij zult niet sterven. En de koning zwoer hem.
24 Mefiboseth, Sauls zoon, kwam ook af den koning tegemoet; en hij had zijn voeten niet schoongemaakt, noch zijn knevelbaard beschoren, noch zijn klederen gewassen, van dien dag af, dat de koning was weggegaan, tot dien dag toe, dat hij met vrede wederkwam.
25 En het geschiedde, als hij te Jeruzalem den koning tegemoet kwam, dat de koning tot hem zeide: Waarom zijt gij niet met mij getogen, Mefiboseth?
26 En hij zeide: Mijn heer koning, mijn knecht heeft mij bedrogen; want uw knecht zeide: Ik zal mij een ezel zadelen, en daarop rijden, en tot den koning trekken, want uw knecht is kreupel.
27 Daartoe heeft hij uw knecht bij mijn heer den koning valselijk aangedragen; doch mijn heer de koning is als een engel Gods; doe dan, wat goed is in uw ogen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.