2 Samuël 20:4

4 Voorts zeide de koning tot Amasa: Roep mij de mannen van Juda te zamen, tegen den derden dag; en gij, stel u dan hier.

2 Samuël 20:4 Meaning and Commentary

2 Samuel 20:4

Then said the king to Amasa
Whom he had promised to make general of his army, ( 2 Samuel 19:13 ) ; and by the following order declared him such:

assemble me the men of Judah within three days;
which was done by the sound of the trumpet, or by the proclamation of a herald; it seems that the men of Judah, who attended David to Jerusalem, were gone to their respective cities and places of abode, or there would have been no occasion for such a summons; though it is strange they should, when the men of Israel appeared so inclinable to a new rebellion:

and be thou here present;
to take the command of them.

2 Samuël 20:4 In-Context

2 Toen toog alle man van Israel op van achter David, Seba, den zoon van Bichri, achterna; maar de mannen van Juda kleefden hun koning aan, van de Jordaan af tot aan Jeruzalem.
3 Toen nu David in zijn huis te Jeruzalem kwam, nam de koning de tien vrouwen, zijn bijwijven, die hij gelaten had, om het huis te bewaren, en deed ze in een huis van bewaring, en onderhield ze, maar ging tot haar niet in. En zij waren opgesloten tot op den dag van haarlieder dood, levende als weduwen.
4 Voorts zeide de koning tot Amasa: Roep mij de mannen van Juda te zamen, tegen den derden dag; en gij, stel u dan hier.
5 En Amasa ging heen, om Juda bijeen te roepen; maar hij bleef achter, boven den gezetten tijd, dien hij hem gezet had.
6 Toen zeide David tot Abisai: Nu zal ons Seba, de zoon van Bichri, meer kwaads doen, dan Absalom; neem gij de knechten uws heren, en jaag hem achterna, opdat hij niet misschien vaste steden voor zich vinde, en zich aan onze ogen onttrekke.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.