2 Samuël 21:13

13 En hij bracht van daar op de beenderen van Saul, en de beenderen van Jonathan, zijn zoon; ook verzamelden zij de beenderen der gehangenen.

2 Samuël 21:13 Meaning and Commentary

2 Samuel 21:13

And he brought up from thence the bones of Saul, and the bones
of Jonathan his son
Which had been buried there under an oak, ( 1 Chronicles 10:12 ) ;

and they gathered the bones of them that were hanged;
the seven sons of Saul, who had been lately hanged; who either had hung so long that their flesh was consumed, and the bones dropped upon the ground, from whence they gathered them; or they took them down and burnt the flesh off of them, and took the bones to bury them, which was not usually done F21.


FOOTNOTES:

F21 Lipsins de Cruce, l. 2. c. 16.

2 Samuël 21:13 In-Context

11 En het werd David aangezegd, wat Rizpa, de dochter van Aja, Sauls bijwijf, gedaan had.
12 Zo ging David henen, en nam de beenderen van Saul, en de beenderen van Jonathan, zijn zoon, van de burgeren van Jabes in Gilead, die dezelve gestolen hadden van de straat Beth-San, alwaar de Filistijnen ze hadden opgehangen, ten dage als de Filistijnen Saul sloegen op Gilboa.
13 En hij bracht van daar op de beenderen van Saul, en de beenderen van Jonathan, zijn zoon; ook verzamelden zij de beenderen der gehangenen.
14 En zij begroeven de beenderen van Saul en zijn zoon Jonathan in het land van Benjamin te Zela, in het graf van zijn vader Kis, en deden alles, wat de koning geboden had. Alzo werd God na dezen den lande verbeden.
15 Voorts hadden de Filistijnen nog een krijg tegen Israel. En David toog af, en zijn knechten met hem, en streden tegen de Filistijnen, dat David moede werd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.