2 Samuël 24:5

5 En zij gingen over de Jordaan, en legerden zich bij Aroer, ter rechterhand der stad, die in het midden is van de beek van Gad, en aan Jaezer.

2 Samuël 24:5 Meaning and Commentary

2 Samuel 24:5

And they passed over Jordan
To take the number of the tribes of Reuben and Gad and the half tribe of Manasseh first:

and pitched in Aroer;
for it seems that Joab and the captains had the army with them, and the several captains under their command, partly to assist in numbering the people, and partly to keep them in awe, lest they should oppose them, not knowing what was the design of all this Aroer was a city given to the tribe of Gad, and rebuilt by them, ( Numbers 32:34 ) ;

on the right side of the city;
that is, of Aroer, the south side of it, as the Targum, did Joab and his army pitch:

that [lieth] in the midst of the river of Gad;
which was the river Arnon, so called now from the tribe of Gad, which possessed it, and so the Targum, in the midst of the river of the tribe of Gad; for in the midst of the river Arnon Aroer lay, see ( Joshua 13:9 ) ;

and toward Jazer;
another city given to the Gadites, ( Numbers 32:3 Numbers 32:35 ) ; and, according to Bunting ^F21, was sixteen miles from Aroer.

---

FOOTNOTES:

F21 Travels p. 147.

2 Samuël 24:5 In-Context

3 Toen zeide Joab tot den koning: Nu doe de HEERE, uw God, tot dit volk, zoals deze en die nu zijn, honderdmaal meer, dat de ogen van mijn heer den koning het aanzien; maar waarom heeft mijn heer de koning lust tot deze zaak?

4 Doch des konings woord nam de overhand tegen Joab, en tegen de oversten des heirs. Alzo toog Joab uit, met de oversten des heirs, van des konings aangezicht, om het volk Israel te tellen.

5 En zij gingen over de Jordaan, en legerden zich bij Aroer, ter rechterhand der stad, die in het midden is van de beek van Gad, en aan Jaezer.

6 Voorts kwamen zij in Gilead, en in het lage land Hodsi; ook kwamen zij tot Dan-Jaan, en rondom bij Sidon.

7 En zij kwamen tot de vesting van Tyrus, en alle steden der Hevieten en der Kanaanieten; en zij kwamen uit aan het zuiden van Juda te Ber-seba.