2 Thessalonicenzen 1:1

1 Paulus, en Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen, welke is in God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus:

2 Thessalonicenzen 1:1 Meaning and Commentary

2 Thessalonians 1:1

Paul, and Silvanus, and Timotheus
(See Gill on 1 Thessalonians 1:1).

2 Thessalonicenzen 1:1 In-Context

1 Paulus, en Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen, welke is in God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus:
2 Genade zij u, en vrede, van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
3 Wij moeten God te allen tijd danken over u, broeders, gelijk billijk is, omdat uw geloof zeer wast, en dat de liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig wordt;
4 Alzo dat wij zelven van u roemen in de Gemeenten Gods, over uw lijdzaamheid en geloof in al uw vervolgingen en verdrukkingen, die gij verdraagt;
5 Een bewijs van Gods rechtvaardig oordeel, opdat gij waardig geacht wordt het Koninkrijk Gods, voor hetwelk gij ook lijdt;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.