2 Timotheüs 1:2

2 Aan Timotheus, mijn geliefden zoon: genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en Christus Jezus, onzen Heere.

2 Timotheüs 1:2 Meaning and Commentary

2 Timothy 1:2

To Timothy, my dearly beloved son
Not in a natural, but in a spiritual sense; and not on account of his being an instrument of his conversion, but by reason of that instruction in the doctrines of the Gospel which he gave him, it being usual to call disciples children; and he calls him so, because as a son, he, being young in years, served with him, and under him, as a father, in the Gospel of Christ; for whom he had a very great affection, on account of his having been a companion with him in his travels, and very useful to him in the ministry, and because of his singular and eminent gifts, great grace, religion, and holiness: Grace, mercy, and peace (See Gill on 1 Timothy 1:2).

2 Timotheüs 1:2 In-Context

1 Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, naar de belofte des levens, dat in Christus Jezus is,
2 Aan Timotheus, mijn geliefden zoon: genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en Christus Jezus, onzen Heere.
3 Ik dank God, Wien ik diene van mijn voorouderen aan in een rein geweten, gelijk ik zonder ophouden uwer gedachtig ben in mijn gebeden nacht en dag;
4 Zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met blijdschap moge vervuld worden;
5 Als ik mij in gedachtenis breng het ongeveinsd geloof, dat in u is, hetwelk eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Lois, en in uw moeder Eunice; en ik ben verzekerd, dat het ook in u woont.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.