Deuteronomium 21:1

1 Wanneer in het land, hetwelk de HEERE, uw God, u geven zal, om dat te erven, een verslagene zal gevonden worden, liggende in het veld, niet bekend zijnde, wie hem geslagen heeft;

Deuteronomium 21:1 Meaning and Commentary

Deuteronomy 21:1

If one be found slain
After public war with an enemy, Moses proceeds to speak of a private quarrel and fight of one man with another, in which one is slain, as Aben Ezra observes:

in the land which the Lord thy God giveth thee to possess it;
where murders might be committed more secretly, and remain undiscovered, when they came to live in separate cities, towns, and villages, with fields adjacent to them, than now encamped together:

lying in the field;
where the quarrel begun, and where the fight was fought: or, however, where the murderer met with his enemy, and slew him, and left him; it being common for duels to be fought, and murders committed in a field; the first murder in the world was committed in such a place, ( Genesis 4:8 ) . The Targum of Jonathan is,

``not hidden under an heap, not hanging on a tree, nor swimming on the face of the waters;''

which same things are observed in the Misnah F9, and gathered from some words in the text:

in the land,
and so not under a heap;

lying,
and so not hanging;

in the field,
and so not swimming on the water:

and it be not known who hath slain him;
the parties being alone, and no witnesses of the fact, at least that appear; for, if it was known, the heifer was not beheaded, later mentioned F11; and one witness in this case was sufficient, and even one that was not otherwise admitted.


FOOTNOTES:

F9 Sotah, c. 9. sect. 2.
F11 Maimon. Hilchot Rotzeach, c. 9. sect. 11, 12.

Deuteronomium 21:1 In-Context

1 Wanneer in het land, hetwelk de HEERE, uw God, u geven zal, om dat te erven, een verslagene zal gevonden worden, liggende in het veld, niet bekend zijnde, wie hem geslagen heeft;
2 Zo zullen uw oudsten en uw rechters uitgaan, en zij zullen meten naar de steden, die rondom den verslagene zijn.
3 De stad nu, die de naaste zal zijn aan den verslagene, daar zullen de oudsten derzelver stad een jonge koe van de runderen nemen, met dewelke niet gearbeid is, die aan het juk niet getrokken heeft.
4 En de oudsten derzelver stad zullen de jonge koe afbrengen in een ruw dal, dat niet bearbeid noch bezaaid zal zijn; en zij zullen deze jonge koe aldaar in het dal den nek doorhouwen.
5 Dan zullen de priesters, de kinderen van Levi, toetreden; want de HEERE, uw God, heeft hen verkoren, om Hem te dienen, en om in des HEEREN Naam te zegenen, en naar hun mond zal alle twist en alle plaag afgedaan worden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.